Baet en Borgh trotse erfgenaam van motorenmuseum motorium (2014)

Appeltern krijgt steeds meer bekijks. Vlak naast het imposante, door vrijwilligers prachtiggerestaureerde stoomgemaal De Tuut is kortgeleden een heus motorenmuseum in het leven geroepen. Met dank aan Thijs en Ger Loeffen. Thijs heeft de prachtige antieke machines nagelaten aan de monumentenstichting Baet en Borgh, die ook de naastgelegen Tuut in leven houdt.

Een dezer dagen werd het Motorium, zoals het nieuwe museum is gedoopt, officieel geopend door Gelders gedeputeerde Annemieke Traag. Zij bracht het aandrijfwiel van één van de antieke motoren in beweging, waardoor het apparaat hijgend en puffend tot leven kwam. Evenals het ‘Tuut-Koor’ dat de plechtigheid kwam opluisteren. Onze documentairemaker Jos Kruisbergen was erbij en vereeuwigde een mooi stukje historie voor het nageslacht. De uit Beneden-Leeuwen afkomstige Loeffens begonnen in 1980 met het restaureren van oude motoren. Thijs was op dat gebied een allesweter. Zijn deskundigheid kwam uitstekend van pas toen de vrijwilligers van Baet en Borgh begonnen met de restauratie van de gigantische stoommachines van De Tuut. Thijs Loeffen was vanaf 1998 dan ook regelmatig in het gemaal te vinden. VoorzitterJan Reijnen van Baet en Borgh vertelde tijdens de opening van het Motorium dat zijn club niet alleen dolblij was met Loeffens inzet, maar ook met diens draaibank en andere gereedschappen die mochten worden gebruikt. “Want wij hadden niet zoveel… “ Reijnen vertelde dat Loeffen tóen al van plan was om zijn collectie oude motoren te vermaken aan Baet en Borgh als hij ooit eens ‘uit de tijd’ zou raken. En dat gebeurde. Jos Kruisbergen heeft wat archiefbeelden in zijn documentaire verwerkt: uit 2001, toen Thijs Loeffen nog springlevend was en vol trots zijn machinepark presenteerde. Met een gillende stoomfluit zette hij toen de opening van gemaal De Tuut luister bij.Met de verhuizing van de machines zijn ook Loeffens mee sleutelende kameraden door Baet enBorgh ‘geërfd’. Zoals Marinus Bergers en Hans Jurriëns die maar wat te graag voor de camera over hun hobby vertellen. Over de oudste machine uit de collectie bijvoorbeeld: een petroleummotor uit 1886 “waarvan er geen tweede op de wereld is.” En over de ‘jongste’ uit de collectie van het Motorium: een Dieseltje uit 1930.Gedeputeerde Annemieke Traag is opgetogen over het nieuwe museum. Ze verklaart bijzonder geïnteresseerd te zijn in industrieel erfgoed. “Het is bijzonder interessant om te zien hoe eeuwen geleden al zulke ingewikkelde apparaten werden geconstrueerd, die nu nog steeds werken. Ondanks het feit dat hij er niet meer is, kan Loeffen trots zijn.”