Ijspret in Wamel (2006)

Mamma Cecile zit een sigaretje te roken. Op de slee van de kindjes. Eventjes een beetje bijbruinen in het winterse zonnetje. “Lekker ontspannen, het is gewoon wintersport”, geniet ze.

Zoals Cecile geniet ook het Wamelse volkje op dat prachtige stuk van de uiterwaarden, net achter de dijk. Da’s nog eens wat anders dan rondjes draaien op de kunstijsbaan. “Daar moet je elke honderd meter de bocht om”, klinkt het. “Maar hier heb je een enorme plak ijs waar je forse rechte stukken kunt schaatsen.” En dus meteen ook flink vaart kunt maken.

Met een noodgang trekken ze voorbij, de stayers op hun hoge Noren; schijnbaar ontspannen: licht gebogen, de handen met daarin de schaatsbeschermers op de rug. En daar tussenin trekken de wat minder geoefenden hun baantjes: vooral kinderen, in de schaduw of aan de hand van ouders of opa. Met de kop diep in de kraag, de ijskoude handen in de zakken en de wollen muts over de oren getrokken. Er wordt geschaatst, gekrabbeld, gegleden, gevallen en gesleed. Daar rijdt ook een sportieve vader met brede slagen over het Waal-waterijs. Hij duwt zijn jongste telg in een wandelwagentje voort. Het gaat keihard.

Uiteraard worden die winterse genietingen her en der op de gevoelige plaat vastgelegd. Niet alleen door onze filmkunstenaar Jos Kruisbergen, maar ook door kleumende moeders met stramme ijsvingers op de sluiter van hun fototoestel.

Want je ziet het niet elke winter: zo’n grote natuurijsbaan naast de deur. Iemand rekent het op z’n vingers na: “Het kan wel zes jaar geleden zijn…