Kerstkindje kijken in Assisi aan de Maas (2001)

Alle films op deze website zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen niet worden gekopieerd. Het plaatsen van een link naar onze website is wel toegestaan.

Een broeder in lange broek en slobbertrui struint tussen de kerkbanken door naar de achterzijde van de kapel. Twee van de drie oostelijke wijzen vergezellen hem. Loek Bosch houdt ze stevig vast, bij hun koninklijke koppen. Om ze dan een plaatsje te geven in de kerststal waarmee de Franciscaanse Minderbroeders hun kapel in Megen jaarlijks optuigen.

Onze cineast Jos Kruisbergen is erbij, samen met zijn geluidsman Geert Megens. We schrijven 2001. Voor pater Loek Bosch is het inrichten van die kerststal méér dan een jaarlijks terugkerende routine. Voorzichtig stalt hij de gipsen beelden uit op de droge plakken mos en drapeert wat stro op het dak van de kerststal. “Er mag eigenlijk nog wel wat nieuw riet bij”, denkt hij hardop.
Met een onvervalst Amsterdamse tongval vertelt hij het boeiende verhaal van zijn patroon, de H. Franciscus van Assisi. Uiteraard bestaat het begrip ‘kerststal’ al sinds het jaar nul, maar Franciscus was in 1223 toch maar mooi de uitvinder van het stalletje zoals we dat nu kennen. “Hij wilde het verhaal van het evangelie uitbeelden”, zegt broeder Loek. Hij treedt in de voetsporen van zijn patroonheilige en doet dat met verve. “Als kinderen komen kijken, moet het allemaal wèl echt zijn”, vindt hij. “Trouwens: als grote mensen komen kijken óók…”
Dan komt hij aanlopen met de os en de ezel in zijn armen. En zijn stem explodeert in een milde vorm van boosheid: “Het is een godvergeten schande als je ziet hoeveel dieren er in de afgelopen jaren zijn afgemaakt, alleen maar vanwege de economie. Alsof dieren helemaal niks meer waard zijn, behalve geld!”
Terwijl hij het kindje in zijn kribbe vlijt, komen kerstherinneringen uit zijn eigen jeugd in Amsterdam bovendrijven. “Als we om drie uur naar de nachtmis vertrokken, legde mijn vader stiekem het kind in de kribbe. Als we dan weer thuis kwamen, dan was het geboren…”
De kerststal is klaar. Of niet? Broeder Loek: “Hè, dat vergeet ik nou elk jaar, dat die engel nog opgehangen moet worden…”