Hedwin & Stopher Memorial Fort St Andries (1999)

De tranen verstikken zijn stem. “Ik móest hierbij zijn”, zegt de hoogbejaarde verzetsman Tommy Zwollo. Hij is pas geopereerd en hoort nog in het ziekenhuis te liggen. Maar hij wilde koste wat kost naar dat plekje op de dijk tussen Dreumel en Heerewaarden, vlakbij de restanten van het oude Fort Sint Andries. Om te herdenken, samen met andere oorlogsveteranen, hun familieleden, schoolkinderen, burgemeesters en andere belangrijke mensen en gewone dorpelingen die zich betrokken voelen met het drama dat zich dáár op 24 oktober 1944 afspeelde.
Jos van Koolwijk heeft het precies uitgezocht en vertelt voor de camera van cineast Jos Kruisbergen hoe op die dag een patrouille van het 43e Reconnaissance Regiment uitrukte in de richting van het fort, dat volgens een tip door de bezetters zou zijn verlaten. De groep Britse soldaten die werd vergezeld door onder anderen de Nederlandse verzetsman Tommy Zwollo, liep echter in de val. Van uit het fort liepen ze recht in vijandelijk mitrailleurvuur. Twee militairen werden ogenblikkelijk gedood in die kogelregen: John Hadwin en Reginald Stopher. Drie soldaten slaagden erin te ontkomen. De rest raakte gewond, werd krijgsgevangen gemaakt en afgevoerd naar een kamp in Duitsland. Daar overleden nog eens twee Britten: Rowland Merrit en John Walker.
De lichamen van Hadwin en Stopher werden in het fort begraven. Hun namen leven voort in het Hadwin & Stopher Memorial: een indrukwekkend gedenktenen dat precies 55 jaar later op de dijk werd onthuld: een bronzen soldatenhoofd met een wanhopige gelaatsuitdrukking, ontworpen door de Dreumelse beeldhouwer Martin van Houdt.
Jos Kruisbergen en zijn geluidsman Geert Megens maakten er een indrukwekkend filmverslag van. Daarin is ook een aantal voorbereidingen meegenomen, zoals het plaatsen van de sokkel en het gieten van het brons.
Mede-initiatiefnemer Jos van Koolwijk is directeur van de Dreumelse basisschool De Oversteek. Hij heeft ‘zijn’ kinderen nauw betrokken bij de plannen. En die vervulden dan ook een belangrijke rol bij de onthulling. Getooid met reusachtige klaprozen – vredesbloemen – zorgden ze voor indrukwekkend kindergezang. Er was nog veel meer muziek: de Last Post, het Wilhelmus en het Britse volkslied werden gespeeld; gevoelige woorden versterkten de sfeer en maakte menige traan los.
De bezoekers waren diep onder de indruk van de plechtigheid: “Zeer waardig, indrukwekkend, prachtig!”, zo weerklonk het uit Hollandse monden. “U heeft het geweldig gedaan”, zo liet een Britse bezoekster weten.
En dan de oude veteraan Tommy Zwollo. Hij was tevoren al zo geëmotioneerd dat hij zijn bloemenkrans thuis in Deventer had laten liggen. “Maar dat geeft niet”, zei hij. “Ik móest erbij zijn en ik was erbij.” Na afloop van de plechtigheid heeft zijn zoon hem ogenblikkelijk teruggebracht naar het ziekenhuis.
Schooldirecteur Jos van Koolwijk is blij dat het initiatief om het gedenkteken te plaatsen, is aangeslagen. “Zo blijven de gesneuvelde soldaten voor eeuwig in de herinnering.”
Hoewel: voor eeuwig? Enkele maanden geleden hebben onverlaten de soldatenkop van zijn sokkel geslagen en meegenomen vanwege de bronswaarde: hooguit een paar tientjes.
Maar op initiatief van de Heerewaardense dorpsraad maakte Martin van Houdt een nieuw kunstwerk: ook weer een gebarsten soldatenhoofd, ditmaal uitgevoerd in cortenstaal dat voor dieven geen waarde heeft.
Aan de terugkeer van het monument werkten ook mee de Heerewaardense kunstenaar Joris Baudoin, Oversteek-directeur Jos van Koolwijk en de gemeenten Maas­driel en West Maas en Waal.  Op 4 mei 2012 is het teruggeplaatst.