Op jacht naar Paling (2007)

Hoog water in Maas en Waal. De nattigheid rukt op vanuit de rivierbeddingen, dekt de uiterwaarden toe en begint de dijken onder de voet te kietelen. Door een straffe bries opgejaagde wolkenpartijen laten hun natte lading vallen. Als het water van alle kanten komt, begint het bloed van de Wamelse cineast Jos Kruisbergen sneller te stromen. Hij grijpt zijn camera en is niet meer te houden. Alles wat zijn hart raakt, legt hij dan in beeld en geluid vast voor de mensen van nu en vooral ook voor toekomstige generaties. Zijn passie voor het Land van Maas en Waal wordt gedeeld door Jan Thijssen en diens vismaat Herman Jansen.

Als het rivierwater stijgt, begint het te kriebelen. Dan raakt hun bloed aan de kook, zegt Herman. Dan mag het stormen, de regen kan met bakken uit de hemel vallen: het tweetal móet op jacht. Naar paling. Jos Kruisbergen ging in 2007 een dag met ze mee en maakte er een korte film over.
Paling. Jan en Herman kennen die glibbervis van haver tot gort. En weten dat ze er snel bij moeten zijn als het Waalwater oprukt. Want in het voorjaar gaat de aal hongerig op zoek naar nieuwe voedselgronden en vindt die op de ondergelopen graslanden. Met een beetje geluk zwemt er een stel hun fuiken in, zo hopen de hobbyhengelaars.
Ineens is het dan zover. “Het water stijgt met geweld. Dan kan ik niet meer slapen; die fuiken moeten erin”, zegt Jan Thijssen gepassioneerd.
Dan mag het stormen, dan kan de regen striemen: hij en z’n kameraad laden hun netten in de kofferbak van de Ford en koersen richting Waal. Eerst eventjes langs het Oude Veerhuis. Daar mogen ze weliswaar niet vissen “maar het is zo mooi om te zien hoe het water over de Lage Veerweg spoelt…” Dan trekken de Wamelnaren naar het ondergelopen grasland achter de oude steenoven: een ideale plek om hun fuiken te stallen.
Terwijl ze hun waadpakken aantrekken, genieten ze met volle teugen van wat ze om zich heen zien, horen en voelen. Opvliegende ganzen en meeuwen. Een zwerk vol voortsnellende wolkenmassa’s. De regen die in hun gezicht striemt. De Tielse skyline aan de einder. En vooral: dat water, overal. “Een paar dagen geleden liepen hier nog koeien. En ineens kijk je uit op een fiks meer. Maas en Waal op z’n mooist, ’t kan niet mooier. Wat zitten we hier toch in een uniek gebied…” Herman kan er gewoon niet over uit.
En Jan verzucht: “Dit is álles voor me. Wat zijn  we toch bevoorrecht…”