Nee, nee, in Druten is carnaval geen bierfeest. Ze drinken daar, in het Bokkenrijk, de Glühwein die van Kerst en oud-en-nieuw is overgebleven. En da’s echt geen straf, vooral niet als het flink koud is, zoals op die mooie winterdag in 2009. Een dame die de optocht voorbij ziet trekken, nipt verrast van het haar aangeboden warmzoete goedje en zegt dan vol overtuiging: “Dit houden we erin!”Jos Kruisbergen maakte een reportage van het jaarlijks terugkerende festijn. Dat staat bol van de mooie meisjes: van piepjong tot stokoud, gehuld in bonte kledij, de gezichten bedekt met dikke lagen mascara. Veelal onherkenbaar huppelen of rijden ze mee in de reut, zoals ze de optocht noemen in Maas en Waal.
Erg groot is de Drutense Kwartjesreut niet, maar da’s ook niet belangrijk. Het publiek staat rijendik langs de route te kijken en vermaakt zich best. En dan zie je dat de dorst toch niet alleen wordt gelest met Glühwein. Sommige mannen van de raad van elf hebben van die onopvallende heupflesjes bij zich. Daar zit ècht geen water in. Elders wordt openlijk een borreltje of een gewoon pijpje bier leeggegoten in een dorstige keel. Op een stil plekje wordt geproefd van een Maas en Waals kruidenbittertje. Je moet toch wát, met die kou. En de jeugd doet zich tegoed aan de door Prins Jeroen aangeboden limonade.
Anton Aelberts staat voor zijn gemeentehuis op een droogje. Desondanks is hij in een opperbeste bui. Het is ‘t laatste carnavalsfeest dat hij als burgemeester van Druten meemaakt. De sleutels van de gemeente heeft hij de avond tevoren overhandigd aan de prinsen van de vijf kerkdorpen die de gemeente Druten telt. Ook voor de laatste keer dus. Hij kreeg een staande ovatie van de talrijke aanwezigen. “Dat vond ik best leuk…”
En op de dag van de kwartjesreut gebeurt er van alles. De vlag van carnavalsvereniging De Blauwe Bok wordt gehesen bij het Drutense raadhuis. Honderden ballonnen kiezen het luchtruim, ballonnen in de Bokkenkleuren blauw en wit.
Druten duikt onder in het carnaval. “Heerlijk”, zo zegt een deelneemster. “Echt uit je bol gaan, het verstand op nul en lekker feesten. Dá’s carnaval!”