Maas en Waal aan ramp ontsnapt (1993)

Alle films op deze website zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen niet worden gekopieerd. Het plaatsen van een link naar onze website is wel toegestaan.

Maas en Waal aan ramp ontsnapt (1993)

Door Ruud Stoeten

Eng was het. Doodeng.

Je hoefde niet eens hard te stampen. De bodem van de dijk kwam meteen in beweging. Als een bruin vel op aangebrande melk. En op steeds meer plaatsen ontstonden van die piepkleine watervulkaantjes. Als je even niet keek, waren ze ineens overal, die vulkaantjes. En ze groeiden. Het wassende rivierwater werd met grote kracht door de dijk heen geperst. Dijkwerkers weten wat dat betekent: piping. Daar moet je meteen wat aan doen, anders gaat het helemaal mis. Zandzakken erop, bijvoorbeeld. Niet dat het veel hielp in die bange winter van 1993. Je kon ermee blijven zeulen, met die zandzakken. Het leek op vechten tegen de bierkaai.

Tijdens de kerstdagen werd cineast Jos Kruisbergen gebeld door een poldermedewerker. De dijk bij Dreumel dreigde het te begeven. Er was een enorme wel pal achter de dijk ontstaan. Polderman Bernhard Gremmen uit Appeltern zat behoorlijk in de rats. Krijgen we de boel wel onder controle?, vroegen hij en zijn collega’s zich af. Ze beseften: dat moet lukken, anders zou dat het einde van Maas en Waal hebben betekend.

Hans Zondag uit Dreumel reed met zijn kleine tractortje volop zandzakken aan om de piping te dempen. Er werd een zak op de zwakke plek gegooid, maar een meter verderop sprong meteen een nieuwe wel omhoog.

Polderbaas Willie van Zon trok in een ijltempo van de ene plaats naar de andere.

Bij Jan Toonen Dekkers waren ze zandzakken aan het volscheppen. Wagens vol werden de donkere polder ingereden naar de dijken. Al snel deed de boodschap de ronde: pak je kostbare spullen bij elkaar en breng je vee in veiligheid.

Eigenlijk was het een beetje vreemd dat er nauwelijks media op de kritieke situatie in Maas en Waal afkwamen. Wel kwam de Vaste Kamercommissie van Verkeer en Waterstaat even kijken. In Duitsland was inmiddels de kritieke grens van 10 meter verhoging van de waterstand bereikt. In Keulen kwam `de boel blank te staan. In Maas en Waal klonk het: “Als het in Keuken dondert, loopt het in Maas en Waal ook in het honderd…”

Twee jaar later, in 1995, wisten tv, radio en kranten Maas en Waal wel degelijk te vinden. Het water kwam wéér omhoog. Poldersecretaris Herman Kok en zijn bestuur vonden het toen welletjes. “We kunnen de veiligheid niet meer garanderen”, zo liet hij weten. Maas en Waal, een groot deel van de Overbetuwe en de Ooijpolder werden geëvacueerd.