Horssen droop in de zomer van 2006 van de cultuur. Zowat het halve dorp was in de weer met het bouwen van een groot feest rond de vijftigste verjaardag van de plaatselijke toneelclub. Hoogtepunt was de uitvoering van een middeleeuws openlucht-spektakelstuk: De Spaanse Brabander. Met een knipoog naar Bredero.
Timmerlui, schilders, rietdekkers en wat dies meer zij: ze hebben een heel dorp nagebouwd, met kerk en al. Nijvere naaisters zorgden voor middeleeuwse kledij. Meer dan zestig spelers en figuranten stonden op de planken die geen planken waren maar het weitje achter Eethuis Coppes.
Over de veertig vrijwilligers hadden daar een piepklein middeleeuws stadje gebouwd met rietgekapte huisjes en Horssens (tijdelijke) vierde dorpskerk. Daartussen speelde het spektakelstuk zich af.
Jos Kruisbergen praatte tijdens de repetities met helpers, acteurs en regiemensen. ‘Pastoor’ Domien Kusters vertelt voor de camera over het aan Bredero ontleende toneelspel. Dat draait om de komst van een vreemdeling (en daarmee het kwaad) naar het dorp. “Het verhaal is uiteraard bewerkt”, zegt hij. “En vooral ook in het Land van Maas en Waal geplaatst.”
Het is al gezegd: bijna het halve dorp heeft meegewerkt aan de totstandkoming van het spektakel. “Er is een fantastische saamhorigheid uit voortgekomen”, zo klinkt het. “Horssen is één grote familie geworden.”
En daarbij komt dat het allemaal uiterst professioneel oogt en hoort. De zangers en zangeressen bijvoorbeeld zorgen samen met de muzikanten voor een stel prachtige scènes, waarvan menigeen kippenvel krijgt. Hele spektakels spelen zich af in het middeleeuwse dorpje. Niet alleen de scharensliep trekt er met zijn hondenkar doorheen; de toeschouwer wordt zelfs op een heuse begrafenis getrakteerd. En er wordt vooral ook heel wat afgelachen.
De jarige Toneelclub Horssen is trots. “Een groot openluchtstuk met zóveel mensen, dat hebben we nog nooit gedaan…”