Door Ruud Stoeten
Je ziet het voor je ogen gebeuren als de ooggetuigen erover vertellen. Over die inktzwarte dag op het einde van de Tweede Wereldoorlog waarop de Duitse bezetter veertien inwoners van Wamel oppakte, meenam naar Tiel aan de overkant van de Waal, en ze daar doodschoot. Zó maar, zonder enige vorm van proces.
Er wordt nog steeds gerouwd om de mannen. Neem nou Dirkje Melis, die voor de camera van onze documentairemaker Jos Kruisbergen vertelt over die twintigste september 1944. Ze wijst naar de kast in haar kamer: Daar ligt een gezangenboek, zegt ze. Met daarin foto’s van de slachtoffers. “Daar kijk ik nog elke dag naar…”
En ook Jo van Weerd is nog steeds zeer emotioneel als het om die gruwelijke oorlogsdagen gaat. “Als op 4 mei de kerkklokken beginnen te luiden, dan is het net alsof ik alles opnieuw meemaak…”
Maar eveneens dankzij de documentaire van Jos Kruisbergen zullen die momenten blijven voortleven, ook onder nieuwe generaties streekbewoners.
Dat de verhalen ook de jeugd nog steeds aanspreken wordt duidelijk op de Prins Willem-Alexanderschool in Tiel, waar meester Herman van Iterson zijn leerlingen op boeiende wijze informeert. Hij vertelt over de oorlog, over de bevrijding, over de dodenherdenking. En over de nog steeds zo tastbare dood van de veertien onschuldige Wamelnaren. Van Iterson neemt de kinderen mee naar de Tielse kade en wijst de plaats aan waar de mannen tegen de muur werden gezet. Een dag later werden ze, gehuld in rietmatten, ter aarde besteld in een massagraf.
Meester vertelt over Dolle Dinsdag 5 september 1944, waarop Zuid-Nederland werd bevrijd. Ook ten noorden van de rivieren dacht de bevolking dat er een eind was gekomen aan de strijd. Er werden vlaggen tevoorschijn gehaald, maar de jubelstemming duurde kort. Kort daarop volgden de luchtlandingen bij Arnhem, maar de geallieerden slaagden er niet in om de felle strijd te winnen. De slag om Arnhem was de ouverture van een lange, koude winter die nog steeds in het teken van de oorlog stond.
De scheidslijn tussen vrij en bezet land was dun. En werd nogal eens overschreden. Door de Duitsers bijvoorbeeld die overstaken naar Wamel om willekeurig mensen op te pakken en te ‘straffen’ omdat onbekenden kort tevoren de veerboot over de Waal hadden beschoten.
Jo van Weerdenburg vertelt over die onrustige woensdag. Waren het nou Engelsen of Duitse militairen die door het dorp trokken? Toen de voordeur door een granaatinslag uit elkaar knalde klonk een luid ‘Heraus’. Duitsers dus. Ze joegen iedereen de schuilkelders uit. De mannen werden afgevoerd en verzameld bij het transformatorhuisje aan de dijk. De vrouwen werden teruggestuurd, de kelders in.
Met het veer werden ze arrestanten naar Tiel gebracht, daar tegen de kademuur gezet en zonder pardon doodgeschoten.
Meester Van Iterson, zijn collega’s in het hele land en ook veel ouders en grootouders houden dit soort verhalen levend. De Tielse leraar: “We kunnen zo veel leren van de Tweede Wereldoorlog. Er is zoveel fout gegaan; dat mag nooit meer gebeuren.” Van Iterson waarschuwt dat het zó maar weer mis kan gaan: “Kijk om je heen; je ziet vreemdelingenhaat en discriminatie… Het gevaar ligt nog steeds op de loer!”