Gijs van Kessel geeft museumpoppen een nieuw leven (1990)

In de oertijd werd De Mens uit klei geschapen. Zeggen ze.

Diezelfde mens gebruikt ontelbare eeuwen later opnieuw klei in een poging om de mens van weleer weer een gezicht te geven. Voormalig kapper Gijs van Kessel uit Beneden-Leeuwen was daar goed in, maar zijn illustere Scheppende Voorganger heeft hij nimmer kunnen evenaren. Gijs wandelt dan wel met alle mogelijke lichaamsdelen rond door de gangen van het Streekhistorisch Museum Tweestromenland in Beneden-Leeuwen: ze zullen nooit zelf in beweging komen, die lijfelijke onderdelen.

Met klei, verf en ander spul voorziet hij oude plastic etalagepoppengezichten van een levendige uitstraling, maar die blijft altijd dezelfde. De frons van de pater, de woeste blik van de pelsjager, het knorrige uiterlijk van de boer en zijn onderdanige vrouw: ze zijn voor eeuwig vastgelegd door Gijs van Kessel. De uitdrukking van de kunststof gezichten zal niet meer veranderen als Van Kessel er eenmaal mee in de weer is geweest.

Laten we hem dan ook maar niet vergelijken met de Schepper. Speels werd Gijs in de regionale krant ‘plastic chirurg’ genoemd. Dat komt ook wat meer in de richting van de werkelijkheid, en het is minstens zo vlijend voor de inmiddels al weer jaren geleden overleden dorpskapper.

Jos Kruisbergen maakte in 1990 een boeiend portret van Gijs van Kessel. Die was toen nog volop in de weer. Niet meer als kapper, maar nog wel als grimeur voor de plaatselijke toneelvereniging. Hij wist dus donders goed wat eraan te pas moet komen om het karakter van een menselijke snoet aan te scherpen of zelfs compleet te veranderen. De mensen van het Streekmuseum hadden een partij etalagepoppen op de kop getikt en vroegen Gijs om de gezichten aan te passen aan de museumeisen. Daar zouden de poppen worden gebruikt om de showen hoe het volk in Maas en Waal er eeuwen geleden bij liep.

“Een etalagepop is altijd jong”, doceert Van Kessel. Maar een ouwe pater of een woeste pelsjager met een jong gezicht, da’s nou niet echt geloofwaardig. Als een echte chirurg gaf hij daarom elke etalagepop een gezicht dat paste bij de te dragen kleding.

Daarvoor was meer nodig dan alleen een beetje schmink. Niet zelden moesten ogen, neus en oren worden opengeboord en bijgevijld. Met klei werden groeven en rimpels gemodelleerd; bleke lippen kregen een menselijk kleurtje en met een speciaal ontwikkeld verfrecept werd het gelaat voorzien van een heuse huidskleur.

Soms was zelfs dát niet voldoende. Menige schedel is door de oud-kapper gelicht en voorzien van een pruik. Mannenborsten werden gelift en van de nodige lichaamsbeharing voorzien. Vanuit het niets groeiden snorren en baarden.

En neem nou de gepijde pater die een prominente plaats inneemt in het Streekmuseum. De oorspronkelijke etalagepop komt uit een motorenwinkel, waar hij een glanzende motorfiets bereed. De gespreide benen bleken echter met geen mogelijkheid in een pij te wringen. Geen probleem: Gijs nam de zaag ter hand, maakte ze los van het lijf en bevestigde ze zodanig dat ze wèl pasten. Van Kessel: “En zo is er elke dag wel weer wat nieuws…”