Dat wat nu de gemeente Beuningen is, was ooit straatarm; eeuwen geleden moest de bevolking knokken om te overleven. Pas sinds kort is er sprake van enige verbetering.
Dat blijkt uit het boek Van oeverwallen tot klavervier, dat in het jaar 2004 ten doop werd gehouden in het Beuningse gemeentehuis. Cineast Jos Kruisbergen was erbij.Van oeverwallen tot klavervier is een geschiedenis van Weurt, Beuningen, Ewijk en Winssen. Het boek is samengesteld door de schrijver en historicus Leo ten Hag. Het gaat over de bewoning van het gebied sinds ettelijke duizenden jaren vóór Christus. Ten Hag vertelt hoe de mens in deze contreien woonde, werkte en leefde.
Het eerste exemplaar van het boek werd uitgereikt aan burgemeester Zijlmans. “Het volk leefde hier eeuwenlang te midden van niet al te grote rijkdom”, vertelde hij. Het gebied kenmerkte zich door een achterstand ten opzichte van veel vergelijkbare streken elders in Nederland. Uitgebreide landgoederen en kastelen kwamen er pas veel later, zo’n 125 jaar geleden.
Prof. Dr. Gerard Rooijakkers onthulde dat hij het boek in één ruk had uitgelezen. De hoogleraar Nederlandse etnologie woont zelf in Maas en Waal. Hij vindt dat het boek thuis hoort in het genre van de Nederlandse nederzettingsgeschiedenis.
Auteur en wetenschapper Leo ten Hag is bij het samenstellen van zijn boek begeleid door een werkgroep van deskundigen, onder wie Leo Booij. “We kunnen uit de geschiedenis heel veel dingen leren waarmee je toekomstige ontwikkelingen kunt inzetten”, zo luidde de boodschap die Booij meegaf.
Ook prof. Rooijakkers had zo’n wijze les: “Iedereen maakt deel uit van de wereldgeschiedenis. Die speelt zich overal af, ook in Beuningen, Weurt, Winssen en Ewijk. Ik wil weten hoe de mensen hier en elders die grote geschiedenis hebben geleefd en vormgegeven. En ook hoe ze met dat verleden omgaan.”