Eigenlijk is het niet eens nodig: ook zonder muziekje is het een kwestie van genieten aan de oevers van die machtige Waal. Vrachtschepen scheuren voorbij op de watersnelweg. Mooi om naar te kijken. En behendig manoeuvreren de schippers van de voetveren tussen de op- en afvarende stalen kolossen door. Met aan boord scholieren, werknemers die hun emplooi aan de overzijde hebben, en vooral ook: dagjesmensen en toeristen die op de fiets of brommer door het rivierenland trekken.
Maar een béétje muziek erbij is voor de film wel leuk. En daarom figureert accordeonist Ger van Bunningen voor de gelegenheid bij het pontje aan de Heerewaardense kant van de rivier, met op de achtergrond, aan de overkant, de dikke toren van Varik.
’t Is niet alleen dit veer dat voetgangers en fietsers de rivier overzet, een eind verderop deint de Hendrikus heen en weer tussen Wamel en Tiel. En dan heb je ook nog het veer Druten-Dodewaard. Ze zijn allemaal erg in trek. “Op sommige mooie dagen zetten we wel 150 tot 200 mensen per dag over”, pocht Jan van Schijndel van de Hendrikus voor de camera van Jos Kruisbergen.
En waarom die waterverbindingen zo in trek zijn, wordt al snel duidelijk. Het is heerlijk om even over het water te deinen, zeggen de passagiers. Het biedt de mogelijkheid om optimaal te genieten van de polders, de rust, de natuur en het prachtige net van fietspaden dat door de schommelschuitjes aaneen wordt gebreid. Heel veel dagjesvolk pakt op de heenweg een pontje en keert terug via de één van de bruggen: bij Ewijk of bij Tiel-Wamel.
Een trouwe Waalpontvaarder zegt het zo: “Waar zouden we in Nederland toch zijn zonder die fiets- en voetveren, het is toch schitterend?”
Jos Kruisbergen schoot de filmbeelden in het jaar 2000.