Toon Hendriks lust graag een goed stuk vlees. Maar dan wel zonder hormonen. Vandaar dat de hoogbejaarde agrariër nog wat aan het hobbyen is met een paar koetjes in de wei. Daar eten ze hun magen (een koe heeft er drie) vol met gras, paardenbloemen en opschietende kruiden. Toon komt ze dagelijks een emmertje brokken brengen. Biologische brokken uiteraard.
Want, zegt Toon: “In de herfst worden ze geslacht en dan moeten ze wel op hun gewicht zijn.”
Toon kan het op zijn oude dag veroorloven om af en toe even in z’n luie stoel weg te zakken. Eigenlijk is dat zware boerenwerk niks meer voor hem. Maar die paar beesten in de wei kan hij nog wel aan met zijn stem en zijn wandelstok. En hij zwaait nog als een jonge kerel zijn benen over het prikkeldraad om bij de sloot te komen. Daar ligt een emmertje aan een steel klaar waarmee hij een grote drinkbak in de wei vol water schept. Want het vee moet niet op een droogje zitten.
Toon heeft het erg te doen met de boeren die met hun zware arbeid de kost moeten verdienen. “Ze worden heel onredelijk behandeld”, mopperde hij in het jaar 2000 voor de camera van Jos Kruisbergen. En dat ligt aan organisaties als ’t Geldersch Landschap en Staatsbosbeheer. “Die moeten hun mensen aan het werk houden. En dat gebeurt over de rug van de boeren.”