In de rij voor de Vierdaagse (1999)

De Vierdaagse zit vol met rijen. Rijen? Jawel. Kijk maar naar de filmbeelden die cineast Jos Kruisbergen op deze website heeft gezet. Het zijn vers-gemonteerde historische filmbeelden uit 1999, dus al vijftien jaar oud.

Al kijkend zult u ontdekken dat er in die tijd eigenlijk heel weinig is veranderd. De Vierdaagse blijft de Vierdaagse. Alleen: de lopers, de toeschouwers, de andere figuranten, ze zijn intussen wat ouder geworden.
Maar we hadden het over rijen.
Die zijn er nu, die waren er toen. Terwijl Jan en alleman zich inspannen om het feest in Nijmegen voor te bereiden, staan ze daar in lange rijen te wachten. De wandelaars die hun inschrijvingskaart komen afhalen. En zich in de vroege uren van de eerste wandeldag verzamelen om van start te gaan en in lange rijen over de Waalbrug te trekken, de Betuwe in.
Naarmate de Vierdaagse vordert en Jos Kruisbergen ons trakteert op feestelijke doortocht-taferelen, zien we nieuwe rijen. Rijen van benen (waaronder zéér fraaie) die ter ontspanning rechtop zijn gezet tegen een gietijzeren hek. En rijen van voeten die onderweg onder handen worden genomen op de blarenprikposten van het Rode Kruis. Zodra het even kan, worden de geteisterde benen en voeten weer in looppas gezet: in rijen trekken de wandelaars verder over de lange dijken.
En zo gaat ‘t maar door. Over de heuvelrij van Groesbeek naar Berg en Dal, af en toe bijgestaan door rijen muzikanten die het wandelvolk letterlijk moed in blazen. En dan is er uiteindelijk die grande-finale: de intocht over de Via Gladiola, de Sint Annastraat in Vierdaagsehoofdstad Nijmegen. In dikke rijen trekken ze voorbij, de tienduizenden deelnemers. Om door rijen toeschouwers te worden begroet, bejubeld en ingehaald.
Rijen kindertjes schooien om kleine cadeautjes bij de militairen die keurig opgepoetst in de rij “links – rechts – links” in de weer blijven met dat eeuwige potje met vet.
Maar onderweg worden de rijen heus wel eens doorbroken. Een toeschouwer die het wandelvolk in z’n eentje staat te bejubelen, een loper die niet meer kan en zich door de bezemwagen laat oppikken, een wandelaarster die met een van pijn vertrokken gezicht een blaarbehandeling ondergaat en helse pijnen doorstaat om zichzelf straks toch maar dat kruisje te kunnen opspelden. Terwijl een paar kilometer verderop de rijen zichzelf oplossen en veranderen in deinende massa’s.
Wat er nou zo leuk aan is, aan dit blije gedoe? Elk jaar weer?
Een buschauffeur weet het haarfijn. En hij loopt zelf niet eens mee: “Álles aan de Vierdaagse is leuk…!”