Puiflijk mijmerde nog lang na over de carnavalsdagen in wat tijdens de dolle dagen van 2008 weer eventjes het Uilenrijk heette. En dan vooral over de kleurrijke optocht die door het dorp dweilde. Iedereen heeft er geweldige indrukken aan overgehouden; vooral de 83-jarige Jo Zondag uit Wamel die door zijn kleinkinderen zo maar even tot carnavalsprins werd gebombardeerd. Ze legden hun ‘allerliefste opa’ een kleurige cape om en uiteraard kreeg hij de bijbehorende gevederde muts opgezet. Jo glom van trots. “Dat we dat nog mogen meemaken”, glunderde oma Mien voor de camera van Jos Kruisbergen.
Maar er gebeurde véél meer in en rond die optocht, zo wordt duidelijk uit Kruisbergens filmverslag. De Torenuilen zijn een hele tijd geleden aan een nieuw leven begonnen, zo vertelde prins Leon d’n Urste. Eind 1990 was de kas van de vereniging compleet leeg; zelfs een prins zat er dat jaar niet aan. Maar een noodoproep tijdens de optocht van toen had succes. Jos Kruisbergen sleepte ze allemaal voor zijn camera: van jong tot oud, van clown tot strijkkwartet en kroegdweilers. Na de traditionele vlaggenparade en uiteraard het meeslepende Puiflijkse volkslied ging de reut anno 2008 van start. “De mooiste optocht van Maas en Waal”, zo werd van alle kanten benadrukt.
Wagens reden er niet zoveel mee in de stoet: slechts een stuk of tien. “We hebben in ons kleine dorpje bijna geen ruimte om ze te bouwen”, klonk het excuserend. Maar des te meer loopgroepen waren er: wel 65, met soms briljante acts trokken ze door de straten van het 1200 inwoners tellende dorpje.
En het waren lang niet allemaal Puiflijkers: uit het hele land van Maas en Waal deden ze mee en kwamen ze kijken: oud-inwoners, vrienden en bekenden van Torenuilen en liefhebbers van het kleinschalige maar vooral zeer uitbundige dorpse carnaval.
En iedereen keek blij. En da’s wel eens goed. “Want”, zo zei iemand, “er wordt tegenwoordig veel te weinig gelachen…”