Onze cineast Jos Kruisbergen was jaren geleden druk bezig met het samenstellen van een eerbetoon aan de streektaal die in het Land van Maas en Waal wordt gesproken. Dat deed hij samen met de Bewoarsmiense, een groep streekbewoners die op allerlei manieren probeert de herinnering aan cultuur, taal en landschap van het vroegere Maas en Waal levend te houden.
In 2007 waren de Bewoarsmiense druk bezig met de nieuwe volksmusical ‘Het testament vaen Ome Hent’. Jos Kruisbergen en zijn medewerker Geert Megens maakten filmopnamen van die voorbereidingen. Ze volgden repetities in De Blokhut in Deest en praatten met decorbouwers, kostuummakers, acteurs en andere vrijwilligers. Zo ontstond een mooi item voor een filmproductie, die zal laten zien hoe het in vroeger jaren toeging in Maas en Waal en hoe daar nu, in de 21e eeuw, op wordt teruggekeken.
De Bewoarsmiense en Jos Kruisbergen hebben in feite dezelfde doelstelling voor ogen: de tijd van toen levend houden voor het nageslacht. Al is er een verschil. De Bewoarsmiense doen een stap terug in de tijd; Jos Kruisbergen legt het heden vast voor toekomstige generaties, de films die hij nu maakt, vormen straks een levend geschiedenisboek.
Door de Bewoarsmiense te volgen bij de voorbereidingen van ‘Het testament vaen Ome Hent’, snijdt het mes aan twee kanten: er komt niet alleen een stuk verleden tot leven; de documentaire zal ook laten zien hoe de Maas en Walers van nu met die herinneringen omgaan.
Het stuk is geschreven door Antoon Hol, die ook tekende voor de regie. Alle dialogen en liedjes in zijn productie werden in het Maas en Waalse dialect op de planken gezet. De musical volgt het boerengezin van Bart en Riek de Keuter en haakt in op een belangrijk moment in de Maas en Waalse historie: de ruilverkaveling die medio vorige eeuw de streek letterlijk en figuurlijk op stelten zette. Boerenbedrijven verdwenen uit de dorpen en langs de dijken en werden verbannen naar de blauwe klei van de natte polder. Het landschap en het dagelijkse leven kregen daardoor met grote veranderingen te maken.
Op deze website is al vast een voorproefje te zien van Jos Kruisbergens filmproductie. Hierin vertelt Antoon Hol dat hij een jaar bezig is geweest met het schrijven van het stuk, waarna de spelers een maand of negen de tijd kregen om te repeteren.
De acteurs noemen Antoon ‘een heerlijke man’, een ‘hele goeie regisseur’ en ze zijn van mening dat zijn nieuwe theatershow ‘fantastisch in elkaar zit’. Dat zijn geweldige complimenten voor iemand die zich het vak van theatermaker zelf heeft aangeleerd zonder daarvoor een opleiding te hebben gevolgd.
Als echte Bewoarsmiense vinden de spelers het prachtig om tijdens de voorstelling hun eigen streektaal te kunnen gebruiken. “Heerlijk, het is net alsof je thuis komt”, zegt iemand in het filmpje. Allemaal benadrukken ze dat het Maas en Waalse dialect moet worden gekoesterd. “Ik zou het verschrikkelijk vinden als mijn kleinkinderen het niet meer zouden kunnen spreken”, zo klinkt het. En: “Plat spreken is niet alleen iets voor boeren. Voor iedereen geldt: praat maar gewoon je eigen taal en verloochen je afkomst niet.”
Schrijver-regisseur Antoon Hol is het daar vanzelfsprekend mee eens. “Dit is ónze streek, mijn streek, waar ik ben geboren en waar ik trots op ben…”