Er werd wereldgeschiedenis geschreven in het rivierenland. De Waal en de Maas leken het niet meer aan te kunnen. Hun uiterwaarden liepen vol tot aan de rand van de dijken. Die dreigden het te begeven en deskundigen oordeelden dat risicogebieden zo snel mogelijk moesten worden ontruimd.
Januari 1995. Maas en Waal, De Betuwe en de Ooijpolder werden geëvacueerd: mens en dier maakten zich uit de voeten. Verhuiswagens brachten meubels en bedrijfsinventarissen naar hoger gelegen gebieden. Het was een operatie die zijn weerga nauwelijks kende.
De wereldpers kwam erop af, maar geen verslaggever kreeg toestemming om het gebied in te gaan. Onze cineast Jos Kruisbergen mocht echter blijven. “Als enige. Dankzij politiebaas Willem Denecke met zijn staf”, benadrukt de Wamelse filmer. De lokale politiemensen kenden Jos Kruisbergen door en door. Ze wisten dat hij de zaak niet zou opblazen en met een integer filmverhaal zou komen. En dat kwam er: Op de Rand van Land en Water.
Kruisbergen was in die januarimaand al een week aan het filmen rond het hoge water. “Ik zag de bui hangen”, vertelt hij. Op de dijk zei hij tegen pastoor Kurstjens: “Ga de boel maar inpakken, want het ziet er niet goed uit.” Vijf dagen later werd de evacuatie aangekondigd.
In een ommezien was het vredige Maas en Waal veranderd in een verlaten oorlogsgebied. Jos Kruisbergen bleef filmen. Hij legde in soms macabere beelden vast hoe spookachtig een compleet door mens en dier verlaten gebied eruit ziet.
Het begon allemaal op donderdag 26 januari. Terwijl het water over de zomerdijk bruiste en via de uiterwaarden snel oprukte richting dijk, werden de eerste zandzakken gevuld.
Op zondag 29 januari begonnen de boeren hun jongvee en schapen af te voeren. De eerste mensen vluchtten bepakt en bezakt het gebied uit. Stoere mannen hadden de tranen in de ogen staan.
Op dinsdagmorgen 31 januari kwam de ‘officiële’ evacuatie op gang. Een lang konvooi van bussen, ambulances, brandweer-, leger-, ME- en politievoertuigen trok door de dorpen om de bevolking op te pikken.
Pas op zaterdag 4 februari zouden ze terugkeren, al die duizenden mensen, de veewagens vol koeien en andere dieren. De vlag ging uit en pastoor Kurstjens luidde de klokken van zijn kerk.
Het waren unieke beelden die de hele wereld over gingen. Ook toen de evacuatie voorbij was, bleef de cineast nog een jaar lang vastleggen wat de bijna-watersnoodramp voor gevolgen had.
Op die manier werd de oorspronkelijke televisiedocumentaire uitgebouwd tot de film Op de Rand van Land en Water: een document met een lengte van twee uur dat overal in de regio is vertoond en duizenden toeschouwers trok. “Een indrukwekkend meesterwerk”, zeggen mensen die het weten kunnen. Zelfs de landelijke pers schreef zich de vingers blauw.