Wamelse ijsbazen zijn trots op hun baan (2010)

Alle films op deze website zijn auteursrechtelijk beschermd en mogen niet worden gekopieerd. Het plaatsen van een link naar onze website is wel toegestaan.

Door Ruud Stoeten

Neem de Wamelse ijsbazen maar met een fikse korrel strooizout (2010)

Wat je van die Wamelse ijsbazen moet geloven? Liegen ze alsof het gedrukt staat? Of heeft de lokale ijsmeester Piet van Zwolgen inderdaad een pittige opleiding ondergaan in het verre Friesland?

Neem ze maar met een fikse korrel (strooi)zout, al die verhalen van ‘Piet Prei’ zoals groentekweker Van Zwolgen in het dorp wordt genoemd. En wie lopen er nog meer uiterst deskundig te doen rond die drukbezochte Wamelse ijsbaan? Niels van Dodeweerd bijvoorbeeld, chef-onderhoud van de baan. En adjunct-ijsdirecteur Hans van Weerdenburg. Samen met een heel stel andere vrijwilligers zijn ze een hele nacht in de weer geweest om Wamel een pracht van een ijsbaan te bezorgen. Liefst duizend vierkante meter groot: op het parkeerterrein van Unitas’28. Ook meester-filmer Jos Kruisbergen trotseerde de kou en hield de ijsmeesters met zijn camera in de gaten.

Kruisbergen filmde de voorbereidingen van de vroege avond tot diep in de nacht. Te zien is hoe een oeroude dieselpomp (daterend uit 1927, zo beweren de ijsbazen) wordt ingezet om slootwater laagje voor laagje over te hevelen naar het parkeerterrein; tussen de bedrijven door moet er uiteraard gewacht worden tot de dunne waterfilm is bevroren. De Wamelse manschappen vinden dat niet erg: een potje kaarten, veel ouwehoeren, een bak koffie, een pilsje, nóg een pilsje: zó kom je de nacht wel door.

Af en toe gaat er even iemand naar buiten om te kijken of de antieke pomp nog wel loopt. En dat doet hij; op kwaliteit kun je vertrouwen. Hoewel: uit de brandstofleiding sijpelt flink wat dieselolie. Maar met een beetje improviseren wordt dat opgelost: de brandstof wordt opgevangen in een emmertje. En als dat vol is, wordt de inhoud gewoon weer terug in de tank gekieperd…

Bij het ochtendgloren ligt daar dan een ijslaag van een centimeter of tien klaar voor de liefhebbers: glad als een spiegel, een prachtige baan, compleet met verlichting, vuurkorven, een koek-en-zopietent en alles wat er nog meer bij een ijsbaan hoort. Massaal komt Wamel op bezoek: schaatsend, krabbelend, wankelend achter een stoel, vallend, vegend, zigzaggend, zwierend, glijdend en vooral jubelend neemt de jeugd bezit van het ijs. Tal van vaders en moeders houden het niet meer uit en binden ook de gladde ijzers onder. Glad? Jawel, vaak dankzij de inzet van de plaatselijke ijzerwaren- en gereedschapshandelaar Hans Zondag. Op deze koude dagen is hij vooral meester-slijper. Het ene paar schaatsen na het andere wordt in zijn winkel van een haarscherp loopvlak voorzien. En tussen de bedrijven door verkoopt hij behalve massa’s sneeuwscheppen en strooizout ook, jawel: schaatsen. Heel veel schaatsen, vertelt hij. “Ze vallen niet aan te slepen…”